Intro
Ik zoek woorden… Nou ja, de juiste woorden, woorden genoeg, maar niet allemaal voor herhaling vatbaar. En soms val ik stil. Tranen. Witte Donderdag…
Witte Donderdag 2016
De dinsdag ervoor
Het is pas dinsdag. 22 maart. Ik ben nu al uit balans. Geen fijne dag natuurlijk, vreselijke moordpartijen in Brussel. En toch is dat niet wat mij het meeste bezighoudt. Ik zit niet lekker in mijn vel omdat mijn papa’s sterfdag voor de deur staat en ik helemaal geen zin heb om open te doen. Tegelijkertijd weet ik wat dat voor de deur laten staan en me verschansen tussen 1979 en 2006 meer dan 25 jaar met me heeft gedaan. Nee, wat ik met mij heb gedaan. De deur heb ik dichtgehouden en beveiligd met ontelbare sloten, een ondoordringbaar fort was ik, in een onneembare vesting. Ten koste van veel, misschien wel alles.
Mijn papa overleed in 1978 omdat hij zijn nek brak na een aanrijding met een bromfiets(er), die hij bij het oversteken van een fietspad, tijdens zijn traditionele avondwandeling op Goede Vrijdag over het hoofd zag. Hij liet een bromfietser van links nog voorgaan en zette daarna zijn laatste stappen. Uren later kwamen twee agenten het nieuws vertellen en nog wat later kwam de pastor, die in het eerste jaar na papa’s dood regelmatig langskwam. Tot troost van een gezin aan diggelen, een 24/7 rouwende moeder, een onrijpe jongen van 18 en een beginnend puberend meisje van 13. En die Witte Donderdag was er niks aan de hand. Goede Vrijdag 1978 aten wij mosselen, mijn schoolvriend Gert at mee. Daarna werd alles anders. Ik heb jaren en jaren geen mosselen willen eten.
Die jongen van 18, ernstig nat achter de oren, nam, mede onder druk van familie (‘jij bent nu de enige man inluis, zorg voor je moeder en je zus’) en rol op zich. Een rol die niet paste, ongepast was, en uiteindelijk voor alle drie schadelijker dan ooit gedacht. De jongen nam zijn rol als man in huis serieus en een deel van zijn opgave was het bewaren van vrede tussen de in zichzelf vernietigde rouwende moeder en het pubermeisje. Die twee vrouwen konden niet erg goed met elkaar, en het meisje was in de praktijk behalve haar vader ook haar moeder kwijt. Dat datzelfde voor de onrijpe jongen gold, dat bleef voor alledrie verborgen, ook voor de jongen zelf. Want die ging met zijn puur Rotterdamse roots niet lullen maar poetsen. En alleen maar poetsen, want dan hoefde die jongen niet na te denken en ook niet te lullen… Die jongen was ik. Witte Donderdag 1978 was er nog niets aan de hand…
Meer shit…
6 jaar voor papa’s overlijden kreeg ik diabetes. Dat leek in 1978 allemaal wel een beheersbaar ding, na wat jaren zoeken en niet vinden ben ik begin 1978 actief met een club van 20-25 ook-diabeten actief aan de slag gegaan. En dat hielp. Dacht ik.
10 jaar na papa’s overlijden lag ik in wat toen het VU Ziekenhuis heette. Op 1 maart 1988 geopereerd aan een kwaadaardige tumor aan mijn tong. Zeldzaam, 600 nieuwe gevallen per jaar en gemiddelde leeftijd meer dan 60, op 2 na iedereen boven de 55 jaar. Zij was 31 en op het moment dat ik werd opgenomen net kankervrij ontslagen. Ik was de tweede.
In 16 jaar tijd kreeg ik meer te verstouwen dan dat ik iemand in zijn of haar hele leven gun… Hoewel, dat gaat natuurlijk niet lukken, want eens overlijdt je papa, zeker als je zelf de 80 haalt… Niettemin is het oplopen van 3 megadeuken nog voordat je 28 bent geen aanrader. En dan nog met mijn karakter… En mijn opvoeding… En mijn verslavingsgenen. Nooit achterom kijken, altijd vooruit, dat was vragen om problemen. En die maakte ik. Zo’n 15 jaar, zeg van 1990 tot 2005, had ik sloten alcohol nodig om dat pijnloos vooruitkijken vol te houden. Ten koste van alles. Totdat mijn ex, eigenlijk te laat voor haar, ‘stop’ zei en me liet kiezen tussen mijn boeltje pakken en stoppen met drinken in combinatie met therapie. Ik heb voor het laatste gekozen, en zo mijn leven gered. Dat het uiteindelijk, nog eens 8 jaar later, niet genoeg was om ook onze relatie te redden, dat is spijtig. Zacht gezegd.
Vandaag begint kennelijk voor mij de aanloop naar Pasen, met de rouwdagen Witte Donderdag 24 maart en erna Goede Vrijdag.
Woensdag 23 maart 2016
Geen balans. Boosheid overheerst. De oneerlijkheid. Machteloos. Herinneringen, vooral ook die ontbreken. Er is de eerste tijd zonder papa veel in nevelen gehuld. Ik heb geen herinneringen aan de uitvaartdienst en ook niet aan de crematie. Het enige dat op mijn netvlies staat is een dag of wat na Pasen. Ik kom thuis door de achterdeur, loop door de gang naar de kapstok bij de voordeur en zie door het matte glas de witte Peugeot 304 geparkeerd staan. Nu nog voel ik mijn verbazing: ‘papa thuis’? Nu nog voel ik de schok van de realiteit, het besef dat de auto nog niet weg is gehaald en dat papa nooit meer thuis komt.
Het schijnt geen plaatje voor kinderen te zijn geweest, het levenloze lijf van mijn papa. Mijn zus en ik zijn doelbewust bij dat beeld weggehouden. Inmiddels ben ik (ook) daar boos over. Ik weet niet of mijn zus hem nog had moeten of willen zien, maar ik baal er inmiddels van dat ik nooit de kans heb gehad. Misschien is het vals sentiment, misschien gegroeid onwerkelijk verlangen, ik weet dat niet. Maar het schuurt, het wrikt en het voelt als gemis. Morgen is het 24 maart, Witte Donderdag.
Van Pasen 1978 weet ik dus niet veel meer, zo min over wat daarna gebeurde. Geen idee over wanneer ik weer naar school ging en hoe het daar ging. Ik weet wel dat er niet heel erg op mijn aanwezigheid werd gelet, ik herinner me dat ik veel buiten de school was, daar waar het kon met twee vrienden, Arjen en Leon. Wij wandelden wat in het Heidepark, achter de school en, als we de kans kregen en durfden, in de tuin van de Werkplaats, de rivaliserende school aan de overkant van de Kees Boekelaan. Die prachtig aangelegde tuin was off limits voor mensen, die niet op de Werkplaats thuishoorden. De weg naar de tuin had wat risico’s op ontdekking, maar eenmaal in de grote tuin geen strobreed meer. De leerlingen van de Werkplaats kwamen daar kennelijk niet. Een enkele keer werden we door een conciërge weggestuurd. Ik heb veel gespijbeld en veel onvoldoendes gehaald, maar dat was geen reden om te blijven zitten. Was ook lastig geweest, want ik doubleerde dat schooljaar 5VWO al.
Behalve dat ik geen afscheid van het lichaam van mijn papa heb kunnen, mogen, nemen, ben ik ook boos omdat ik me jaren en jaren heb afgesloten voor bewuste rouw. Dat krijg ik nu nog steeds af en toe op mijn bordje. Ik ben bijvoorbeeld boos op mijzelf omdat ik niet weet wat er met de as van papa is gebeurd. Ik heb in een la van mijn kastje met pijn moeten zoeken naar de rouwkaart om te achterhalen in welk crematorium de uitvaart was, ik kon het me niet herinneren.
Ik moet het er met mijn zus over hebben, mama kan ik het niet meer vragen, maar ik weet ook niet of er een urn in een columbarium is bewaard. En waar en hoelang. Is die urn er nog, als hij er ooit was? Ik keek nooit meer achterom en nu ben ik boos. En verdrietig. Het is moeilijk om geen spijt te hebben, maar helpen doet dat niet. Ik ben een pad van overleven ingeslagen, een pad dat niet het beste was, op de langere termijn.
Ik huil.
Witte Donderdag 2016
Ik haat Pasen en de aanloop er naar toe. Elk jaar twee hereinnerdagen, behalve als Goede Vrijdag op 24 maart valt. Dat is in 2032 weer. Volgend jaar is Goede Vrijdag overigens op 14 april, mijn verjaardag. Ik ben er nu al niet blij mee… Eerst maar dit jaar. Witte Donderdag op 24 maart en morgen Goede Vrijdag… Mijn boosheid is er nog steeds, ik ben niet te genieten en heb een behoorlijk korte lont. Ik blijf weg, wees niet benauwd… Witte Donderdag blijf ik thuis.
Ik ben met een wat zwaar gemoed wakker geworden vanochtend. De eerste huilbui om het appje van mijn zus, die ook in herinneringsmodus is vandaag. De eerste bijna 30 jaar hadden wij dat contact niet en voelde ik de verbondenheid niet. Niet met mijn zus, niet met mijn moeder. Pas 10 jaar geleden belde ik mijn moeder op 24 maart, vanuit mijn therapielocatie in Lunteren. Mijn zus vond ik nog wat later terug, feitelijk bij de zorg voor onze Alzheimerende moeder vanaf eind 2008. Nu is het fijn en geborgen om laagtijdagen te delen.
Ik ben nog een keer door de lade van pijn gegaan, Op zoek naar de foto van papa. Die gaat vandaag eindelijk in een lijstje, ik zoek er vandaag een plek voor. Een minder idee om vandaag door de la van pijn te gaan, het brak me nogal om een brief van een machteloze mama te vinden. Een brief van 4 maart 1988, 3 dagen na de operatie waarbij de tumor aan mijn tong is verwijderd. Niet bepaald het geschikte moment om die brief te lezen. Aan de andere kant: huilen doe ik vandaag toch wel, met of zonder trigger als een brief.
Ik zou graag vandaag ook de mooie en de leuke dingen uit mijn geheugen willen halen. Maar het lukt niet. Te boos en te verdrietig. Alsof het heftiger is dan vorig jaar. Overleven wordt het de komende dagen. Ik heb getwijfeld of ik het vandaag niet alleen bij schrijven moest laten en deze post voor mezelf zou houden. Dat past niet bij me. Pasen valt vroeg en zwaar dit jaar… Pasen doet pijn.
Het bericht Witte Donderdag verscheen eerst op Ruud's Blog.